Gebroken

Gepubliceerd op 5 september 2022 om 08:00

In 2017 kregen wij een nieuw huis van God en na een intensieve verbouwing van anderhalf jaar, konden we begin 2019 eindelijk verhuizen naar ons huidige huis. Een huis wat we mogen delen met mijn schoonouders. Wij op de benedenverdieping en zij op de bovenverdieping. Dat leek ons praktisch én gezellig. De anderhalf jaar daarvoor waren overvol geweest. Het huis moest vrijwel volledig gesloopt en opnieuw opgebouwd worden. Mijn lief was oudste geworden in onze kerk. Ter overbrugging van de verbouwing woonden we als hoofdbewoners in een jongerenopvang, waar een aantal jongeren rondliepen met forse problemen. En als klap op de vuurpijl hadden we ook de nodige sores binnen onze familie.

Als ik terugdenk aan de anderhalf jaar die deze periode duurde vraag ik me werkelijk af hoe we het volgehouden hebben. Dat hebben we niet op eigen kracht gekund. Daar moet God met bakken extra energie mee hebben geholpen. Maar eenmaal verhuisd kwam de klap hard aan. Ik kón niet meer. Had alles gegeven wat ik had. En op een avond verzuchtte ik richting mijn lief dat ik zou willen dat er een manier was waarop ik mijn agenda gewoon een lange periode rigoureus leeg zou kunnen vegen.

Dat had ik beter niet kunnen zeggen.

Ons nieuwe huis had een grote tuin die na de verbouwing meer weg had van een zandverstuiving. Het terras was net gelegd, maar verder was het één grote woestijn met bulten zand en onkruid. Ik ben een buitenmens. Ik wil een tuin waarvan ik kan genieten, waarin ik lekker mijn gang kan gaan. Handen in de modder, wormen tussen mijn vingers, rouwrandjes met aarde onder mijn nagels, frisse lucht in mijn longen, zon op mijn gezicht...ik word er gelukkig van. Maar zover was het nog lang niet.

Het was mei en ik had de zoveelste slechte week op rij. Mijn lief weet waar ik gelukkig van word en dus stelde hij voor om naar de kweker te gaan en daar alvast de eerste stapel planten te halen voor in de tuin, in de hoop dat ik daar weer wat energie van zou krijgen.

Het ging mis toen we bezig waren om de planten in de tuin te zetten. Ik gleed uit over het voegzand op ons nieuw aangelegde tuinpad. Ik hoorde het knappen en wist dat ik zojuist mijn enkel gebroken had.

Onmiddellijk daalde een enorme rust en vrede over me heen. ‘Nou, die is gebroken’ zei ik, me daarbij realiserend dat ik met de schuiver van zojuist weleens mijn leven op het spel kon hebben gezet. Want als deze breuk een operatie zou betekenen, betekent dat in mijn geval gelijk levensgevaar. Mijn cardioloog was heel duidelijk geweest: ‘Jij mag alleen geopereerd worden als het levensreddend is en écht niet anders kan!’. In het kader van ‘baat het niet, dan schaadt het ook niet meer’.

Ik trok spierwit weg en voelde dat ik ieder moment kon flauwvallen van de pijn. Ik riep mijn lief die me zelf naar het ziekenhuis wilde brengen, maar gezien de pijn leek me dat niet bevorderlijk voor ons huwelijk. Ik zei hem 112 te bellen, vroeg mijn schoonvader om naast me te gaan staan, aangezien ik geen zin had om bij een eventueel flauw vallen ook nog eens met mijn hoofd op de stoep te klappen en zette ook mijn schoonmoeder aan het werk. Papieren, medicatie-overzicht, e-reader (hilarisch! Alsof ik daar de concentratie voor op zou kunnen brengen. Maar daar waar een ander in paniek schiet als hij zijn telefoon niet bij zich heeft, raak ik gestrest als ik niets te lezen bij me heb), wat te eten en wat te drinken. Alles moest geregeld worden. En al die tijd ervoer ik zo’n enorme rust!

Dat is bizar, want dit scenario had altijd onderdeel uitgemaakt van mijn ergste nachtmerries. Iets breken, opnieuw een nacht in het ziekenhuis door moeten brengen, mijn leven op het spel door iets onbenulligs. Natuurlijk schoot door mijn hoofd: ‘Het zal me toch niet gebeuren dat ik heel mijn leven zó hard geknokt heb om te blijven leven en dat ik nu het onderspit delf door een onbenullige breuk?’ Maar dwars door dat alles: totale rust en vrede.

De ambulance was er bloedsnel. ‘Mevrouw, u had geluk. We waren stomtoevallig net bij de afslag naar uw woonplaats nadat we een patiënt weg hadden gebracht.’ Zij noemen dat toeval, ik noem dat leiding en liefdevolle zorg. Daarna: ‘Normaal gesproken geven we mensen een roesje tegen de pijn, maar dat durven we in uw geval niet aan. We geven u een parcetamolletje. Die werkt over een half uurtje, maar we nemen u nu mee.’ We wonen aan een klinkerweg...in een wijk vol klinkerstraatjes...ik kan je garanderen dat dat geen pretje is met een gebroken enkel zonder verdoving. En dus deed ik wat ik altijd doe als het écht heel moeilijk is. Mezelf afleiden, grapjes maken, belangstellend informeren naar de ander. De ambulancebroeder wist niet wat hem overkwam, maar ik was dankbaar voor iedere vorm van afleiding.

Mijn lief was eerder in het ziekenhuis dan ik. De schat. Ook hij was zich bewust van de heftige consequenties die dit zou kunnen hebben. Een middag vol wachten volgde, met uiteindelijk de diagnose dat ik mijn enkel op drie plekken gebroken had, wat betekende dat er geen andere keus was dan opereren.

De daarop volgende dagen waren moeilijk en vol onzekerheid. Maar God stuurde vele, vele knipogen. Alleen daaraan zou ik al een heel boek kunnen wijden. 

Een paar dagen voor mijn val had ik een Bijbeltekst gehandletterd. Het was een tekst uit Job, waar ik toevallig bij aanbeland was die dag: 'By His light I walked through darkness'. Terwijl ik hem handletterde verwonderde ik me nog over de tekst. Eigenlijk paste hij niet echt bij me. Ik had niet zoveel met teksten over lopen. Teksten rondom hart en gevoelens raakten mij altijd meer. Bovendien vond ik het vreemd dat de tekst in de verleden tijd stond. Ik had het juist in die weken heel erg moeilijk. Ik had een tekst nodig voor het 'nu', niet een tekst die terugkijkt op hoe God in het verleden geholpen heeft. Maar goed, ik wilde een nieuwe pen uitproberen en wie weet kon ik de tekst naar iemand anders opsturen die hem nodig had.

Maar juist die tekst werd mijn houvast. Want artsen lieten al snel doorschemeren dat revalidatie in mijn geval een hele ingewikkelde dobber zou worden en dat ik er niet vanuit moest gaan dat ik ooit weer volledig probleemloos zou kunnen lopen. Deze tekst beloofde me niet alleen dat ik de operatie zou overleven, maar ook dat ik weer normaal zou kunnen lopen!

Ik heb engelen gezien in die dagen. Iets wat ik nog nooit gezien had! Ik heb hartverwarmend veel zorg en aandacht ontvangen van mensen, vaak precies op het juiste moment. En hoewel we moesten vechten voor de juiste behandeling, hebben we ervaren dat God daarin op een bijzondere manier de weg baande.

Maar het was ook hartverscheurend moeilijk. Mijn ouders kwamen langs en we realiseerden ons allemaal dat dit wel eens de laatste keer zou kunnen zijn dat we elkaar zagen. De onzekerheid van de dagen die voor ons lagen kostte ons alles wat we hadden. Het plaatselijke ziekenhuis werkte op zijn zachtst gezegd niet mee, wat de situatie alleen maar nog moeilijker maakte. En ondertussen had ik veel pijn.

Uiteindelijk durfden ze de operatie in het plaatselijke ziekenhuis niet aan. De hoeveelheid zuurstof in mijn bloed is zonder operatie al gevaarlijk laag. Laat staan als ze me zouden opereren. En dus moesten we naar Amsterdam, waar mijn hoofdcardioloog zit en waar ze meer ervaring hadden met mensen met Eisenmenger. De volgende dag zou ik geopereerd worden.

Iedereen realiseerde zich wat er op het spel stond. Ik legde uit dat ik door de ervaringen die ik er als kind had opgedaan doodsbenauwd was voor een nacht alleen in het ziekenhuis. De verpleegkundigen wisten dat dit wel eens de laatste nacht zou kunnen zijn die mijn lief en ik samen zouden hebben, schoven heel lief twee ziekenhuisbedden tegen elkaar en gaven mijn lief toestemming om te blijven slapen. Ze gaven ons tips en adviezen waar we die avond nog uit eten zouden kunnen gaan, zodat we nog een bijzondere avond samen zouden hebben en lieten ons daarna met rust. Die nacht sliep ik, ondanks een slaappil, nauwelijks, maar toen ik even weg dommelde, liet God me in een droom alvast de operatiekamer zien met in iedere hoek van die kamer een engel.

Ze gaven me de beste orthopeed van het land, in de hoop dat het bij één operatie zou kunnen blijven en stuurden in een tijd van groot tekort aan anesthesisten vier anesthesisten naar mijn bed. Alhoewel mijn lief en ik tot op de dag van vandaag bij één van hen twijfelen of ze een echte anesthesist was of een engel, omdat het erop leek dat alleen wij haar zagen en omdat ze me op zo’n bijzondere wijze gerust stelde dat ze niet anders dan door God gestuurd kon zijn. Ze bleef de hele operatie bij me, maar verdween na de operatie spoorloos en we hebben haar daarna ook niet meer gezien.

Ik mocht geen ruggenprik en geen narcose. Te riskant met mijn gezondheid. En dus moesten we het doen met een blok, waarmee ze alleen mijn been verdoofden. Normaal gesproken geven ze patiënten dan alsnog een roesje, zodat ze de operatie niet al te bewust mee zouden hoeven te maken. Maar in mijn geval zou een roesje het zuurstofgehalte in mijn bloed waarschijnlijk doen dalen en dus moest ik de hele operatie helder wakker blijven. Als je ooit de keus hebt: ik zou voor een roesje gaan als ik jou was! Ik was gewaarschuwd dat dit écht niet makkelijk zou worden, dat de risico's heel groot waren en dat er tijdens de hele operatie mensen klaar stonden om in te grijpen, mocht het nodig zijn. Godzijdank mocht ik mijn telefoon en koptelefoon mee. Ik heb podcastst opgezet. Geen idee waar ze over gingen, maar het leidde me af van het geruk en getrek aan mijn been en de ongemakkelijke houding waar ik in lag en van de bloedspetters waarvan ik er steeds meer op de apparatuur zag verschijnen. Via een scherm kon ik meekijken met de röntgenapparatuur en zag ik schroef na schroef verdwijnen in mijn enkel. En keer op keer keek ik naar de hoeken van de kamer die ik kon zien en dankte God dat Hij daar Zijn engelen had neergezet. Keer op keer herhaalde ik Psalm 23 in mijn hoofd: ‘De Here is mijn Herder, mij ontbreekt niet...Zelfs al moet ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want U bent bij mij.’

Uiteindelijk zat de operatie er op en werd ik naar de uitslaapkamer gereden, waar ik een perenijsje kreeg en waar een arts met een hele sloot verpleegkundigen en co-assistenten aan mijn bed aan hen uitlegde wat ik had en op welke 7 manieren deze operatie mij fataal had kunnen worden. Ondertussen lag ik daar met mijn peren-ijsje het ene na het andere grapje te maken richting hen. Mijn manier om met moeilijke situaties om te gaan. ‘Maar zoals u ziet’ zei hij, ‘heeft ze het overleefd en zo te zien nog vrij goed ook’. Het is maar goed dat ik eigenlijk altijd wel de humor van dingen in kan zien.

De weken daarna waren een martelgang. De eerste dagen had ik extreem veel pijn. Normaal gesproken heb ik al een hoeveelheid energie van niks. Nu kostte het krukken lopen me zoveel energie dat ik na een rondje toilet eigenlijk al bij moest slapen. Ik kon niets meer zonder hulp van anderen. Ineens waren de rollen omgedraaid. Daar waar we onze woning hadden bedacht als toekomstige mantelzorgwoning voor mijn schoonouders, waren zij het die voor mij zorgden in de tijd dat mijn lief aan het werk was.

Wat was ik dankbaar dat we ons huis hadden gebouwd met in ons achterhoofd de gedachte dat er wellicht een tijd zou komen dat ik rolstoelafhankelijk zou worden. In de douche hadden we al een bankje gebouwd waarop ik kon zitten, alles is op de begane grond en als ik naar mijn schoonouders wilde die boven ons wonen (echt een uitje die dagen, haha), kon ik de lift pakken in ons eigen huis. 

En zo kwam het dat mijn agenda inderdaad leeg geveegd werd. Wat mij betreft erg rigoureus. Maar wat heb ik veel geleerd van die periode! Ik heb geleerd dat ik mijn ergste nachtmerries aan kan, zolang God er maar bij is. Ik heb geleerd dat het geen zin heeft om je van tevoren druk te maken over ‘wat als’-scenario’s, omdat het toch altijd anders loopt en omdat God geen energie en moed geeft voor ‘wat als’-scenario’s, maar alleen voor dat wat er zich nu afspeelt. Ik heb geleerd dat als het leven zo, zo moeilijk is, God zo ontzettend dichtbij kan zijn! Geloof me, ik ken ook de andere kant, omdat God tijdens mijn angstaanvallen vaak zo ver weg leek. Maar juist hierin heeft Hij me laten zien dat Hij soms dan wel ver weg lijkt, maar in werkelijkheid altijd dichtbij is. Ik heb geleerd dat het waar is wat in de Bijbel staat: dat je met God tegen een legerbende in kunt lopen en over een muur kunt springen. Dat wil niet zeggen dat je geen kwetsuren op zult lopen. Ik ben twee flinke littekens, een altijd dikke, warme en af en toe pijnlijke enkel verder, ik loop nog iedere ochtend mank en na een lange wandeling weigert mijn enkel de rest van de dag dienst. Maar HIJ IS ER BIJ. Hij is IK BEN. 

Het was meer dan 40 graden op de dag dat het gips van mijn enkel ging, zes weken na de operatie. Binnen een week zette ik mijn eerste stappen, binnen een maand zat ik weer op de fiets, binnen een half jaar rondde ik de revalidatie af en een jaar later was de pijn slechts nog zo nu en dan aanwezig, prima te doen en bleek er geen operatie meer nodig waarbij alle schroeven en plaatjes verwijderd moesten worden. Iets wat bij meer dan 95% van de gevallen wél nodig is. Mijn fysiotherapeut was stomverbaasd dat ik zó snel vooruit ging. Zoals altijd kreeg ik te horen dat dat aan mijn karakter ligt.

Ik weet wel beter...

By His light I walked through darkness.

Reactie plaatsen

Reacties

René Kramer
2 jaar geleden

Stil van.... voel mn tranen....... wat gaan de echte lessen vaak diep....en dwars door de pijn heen.....
7 Jaar geleden zat er aan míjn bed een engel..., had het gevoel dat 't Jezus zelf was....... in mn zwartste nacht zat Hij bij me op de rand van mn bed......... en ik voelde me zó getroost......

Dank je opnieuw voor je delen Moniek......!

Moniek
2 jaar geleden

Dankjewel lieve René 🥰. Ik heb een soortgelijke ervaring op een nacht dat ik heel bang was. Ik kreeg toen een beeld van een schommelstoel die aan het hoofdeinde van mijn bed stond, waarin een Persoon heel rustig zat te schommelen en de wacht hield. Als ik nu bang ben 's nachts (wat helaas nog regelmatig gebeurd), denk ik heel vaak terug aan dat beeld en voel ik me gezien en geliefd, ook op mijn moeilijkste momenten. Zo bijzonder!

Esther (wonder van woorden)
2 jaar geleden

Wauw, wat een prachtig getuigenis! Het ontroerd me en raakt me diep. Ik kan er alleen maar 'amen' op zeggen. Dank je wel voor het delen!

Moniek
2 jaar geleden

Schatje ben je! Dankjewel! 💕