Overweldigd
Verdrietig word ik wakker. Het allerliefste zou ik me oprollen tot een balletje en hier de rest van de dag blijven liggen. Het gaat niet best met mijn gezondheid. Ik probeer iedere dag wat kleine dingetjes op te pakken, maar als ik heel eerlijk ben is zelfs dat me teveel en blijf ik het liefst de hele dag op de bank liggen. Dat wil zeggen: mijn lijf wil dat. Mijn hoofd niet. Mijn hoofd bruist van de ideeën. Mijn hoofd wil wandelen in de natuur, afspreken met mensen, vrijwilligerswerk doen, de eenzame buurvrouw bezoeken, de tuin aanpakken, even op de fiets naar de stad, artikelen schrijven, 's avonds lekker uit eten gaan en dan tot laat een goed gesprek voeren met mijn lief. Maar zelfs rondneuzen in een boekhandel, iets wat ik gewoonlijk altijd zo fijn vind, is me momenteel eigenlijk teveel. En na een week zoveel mogelijk tijd op de bank doorbrengen lijkt er geen verbetering te zitten in mijn gezondheid. Mijn lief zegt me dat ik geduld moet hebben. Maar ik ben soms gewoon zo ontzettend klaar met altijd maar weer geduld moeten hebben tot het beter gaat. Altijd maar weer de verstandige keuzes te moeten maken.