'Hoe houd jij dan hoop?'

Gepubliceerd op 25 mei 2025 om 08:00

'Maar hoe houd jij dan hoop?' Hij roept het bijna uit. De wanhoop druipt ervan af.

We zijn er maar even voor gaan zitten. Hij deelt zijn verhaal vol pijn uit het verleden, vervlogen dromen, moeizame relaties en voor nu even geen zicht op het 'hoe nu verder?'. Ik luister.

Hoe moeilijk ook, ik vind dit één van de mooiste kanten van het werk dat ik mag doen. Luisteren naar mensen, hun verhaal, hun pijn, hun verlangens. Meestal tijdens een bewust gemaakte afspraak, maar maar al te vaak ook tijdens 'toevallige' ontmoetingen. Er is zo'n honger naar luisterende oren in deze wereld. Ik heb nog veel te leren op dat vlak, maar wat doe ik het graag.

Tegenover me zit een man die zich op dit moment geen raad weet. Hij kent mijn verhaal. Hij verwondert zich over het idee dat het mij wel lukt om staande te blijven, terwijl hij er nu zo doorheen zit. En dus roept hij het bijna wanhopig uit: 'Maar hoe houd jij dan hoop?'

Ik voel me genoodzaakt om gelijk even duidelijkheid te scheppen en vraag hem wat hij precies met 'hoop' bedoelt. Want heb ik altijd 'hoop' in menselijk zin? Zeker niet.

Hij stelt me deze vraag in een week waarin ik erg benauwd ben. Op papier is mijn ziekte progressief. Op zulke momenten is het soms bar ingewikkeld om hoop te houden. Natuurlijk, ik weet dat mijn verleden getekend wordt door forse gezondheidsdippen en dat het daarna tot op heden altijd weer goed kwam.

Nou ja...

Goed in de zin dat mijn ziekte daarna weer leefbaar werd. En de kans dat dat nu opnieuw zo is schat ik na 45 jaar leven met deze ziekte reëel. Maar ik vrees de dag dat het 'op' is met de achtbaan van pieken en dalen in mijn gezondheid en de weg alleen nog maar naar beneden zal voeren. Op mijn diepste en donkerste momenten, waarop mijn gezondheid tegenzit en ik zo moe ben van het vechten voel ik voornamelijk wanhoop en weinig hoop.

Ook wat betreft andere facetten van het leven ben ik lang niet altijd vervuld van hoop. Ik weet dat het niet vanzelfsprekend is dat de zon altijd schijnt, dat het goed zal gaan met de mensen van wie ik hou, dat mijn dromen uit zullen komen en dat al mijn geliefden in leven zullen blijven. In een tijdsbestek van één seconde kan je hele leven op zijn kop staan. I've been there. En als de omstandigheden moeilijk zijn en mijn koppie het zwaar heeft, heb ik nogal eens de neiging om te denken 'Ik heb werkelijk geen enkele garantie dat dit goed komt' en mezelf te verliezen in verdriet.

En toch...

Niet voor niets heb ik het over 'hoop in menselijke zin'. Mijn hoop ligt niet in mijzelf, de kennis en kunde van artsen (hoe dankbaar ik daar ook voor ben), een lijf wat goed functioneert (hoe fijn me dat ook lijkt), mijn gevoel (oh boy, als dat zo was had ik écht een probleem), de liefde van mijn sociale omgeving (hoe hard ik hun knuffels ook nodig heb) of mijn prima gevulde portemonnee (hoe gezegend ik me daar ook mee voel). Mijn hoop ligt in Iemand die ver boven dat alles staat. De almachtige Schepper van hemel en aarde en in Zijn Zoon Jezus. Dat is wat (of beter gezegd: Wie) mij staande houdt op de momenten dat het leven zo ontzettend moeilijk kan zijn.

Hoe houd ik dan hoop? In de wetenschap dat er een God is Die van mij houdt. Die me draagt, dwars door alle moeilijkheden heen. Die zo ongelooflijk dierbaar dichtbij is op mijn donkerste momenten. Die samen met mij geniet op de momenten dat het leven mooi is. Die een plan heeft met mijn leven, ook al snap ik daar soms geen hout van. Die me leidt op wegen die ik zelf nooit voor mogelijk had gehouden. Die me veel meer kracht geeft dan ik ooit uit mezelf zou kunnen hebben. Mijn hoop ligt in Zijn liefde voor mij.

Dat wil niet zeggen dat het leven over rozen gaat. Dat de zon altijd schijnt. Dat ik altijd vrolijk ben. Nee. Ook dan kan het leven nog steeds heel moeilijk zijn. Die liefde van God en de pijn van het leven zijn bij mij altijd gelijktijdig aanwezig. Tranen van verdriet en benauwdheid en een hart wat uitroept: 'Maar Heer, wat ben ik blij dat ik hier niet alleen door hoef te gaan.' En als bonus de wetenschap dat er ooit een dag komt waarop Hij bij ons zal wonen, onze tranen zal drogen, er geen dood, geen rouw, geen pijn en (in mijn geval) geen Eisenmenger meer zal zijn.

Ik heb geen garantie dat het hier op aarde goed komt op de manier waarop ik dat graag zie. Wel de garantie dat ik, wat er ook gebeurt, er niet alleen doorheen hoef. Dat mijn leven ertoe doet. Omdat er een God is die mij gewild heeft en van mij houdt. Dat er een dag komt waarop God Zelf alles weer goed zal maken.

Als je mij vraagt waar ik mijn hoop vandaan haal op mijn diepste, donkerste momenten en op de momenten waarop het leven mij toelacht, dan is dat mijn antwoord.