Het gaat niet goed met iemand die me dierbaar is. Het houdt me bezig. Ik pieker er over. Lig er 's nachts wakker van. Vraag me af wat ik aan deze situatie kan doen. En ik merk dat mijn gezondheid eronder gaat lijden. Ik bid om wijsheid. Om leiding. Om verlichting van de last die ik ervaar. En na een paar dagen popt er een gedachte in mijn hoofd op waarvan ik onmiddellijk weet dat die niet uit mijn eigen brein voortkomt.
'Ik heb jou deze last niet gegeven.'
Ik schrik ervan. Maar weet ook gelijk dat dit God is Die me iets duidelijk wil maken. Op de momenten dat God me liefdevol terechtwijst, ga ik meestal eerst sputteren. Ook in dit geval. Hoezo is dit niet mijn last? Dit betreft toch iemand waar ik van hou? En als je iemand die mij dierbaar is raakt, raak je mij ook. Even twijfel ik nog of ik mezelf niet ergens makkelijk onder vandaan wil praten en daarom denk dat God dit zegt. Maar diep van binnen weet ik heel goed dat dit niet mijn eigen gedachten zijn. Omdat ik eerder geneigd ben om mezelf meer dan minder verantwoordelijkheden aan te praten.
Er valt een last van mijn schouders. Als God mij deze last niet heeft gegeven, hoef ik er ook niets mee. Ik hoef niet te zoeken naar oplossingen. Ik hoef me hier niet verantwoordelijk voor te voelen. Het enige wat ik hoef te doen is bidden, loslaten en er zijn op het moment dat er een beroep op me gedaan wordt, zolang dat in het redelijke is.
Het geeft me veel lucht. Maar zet me ook aan het denken. Want hoeveel lasten draag ik, die God mij niet gegeven heeft? Die ik zelf op me genomen heb? Uit goede bedoelingen, uit zorg voor een ander, maar niet mijn last? Soms zet God me op een bijzondere manier in in het leven van anderen, maar ik heb de neiging om me te snel verantwoordelijk te voelen in moeilijke situaties die anderen overkomen. Als er iets om me heen gebeurt ga ik heel snel over in de modus: 'Wat kan ik doen? Wat kan ik bijdragen? Hoe kan ik een stukje last van die ander overnemen?' En ik vermoed zomaar dat ik veel meer lasten draag dan God daadwerkelijk voor mij bedoeld heeft.
Deels is het goed om voor de mensen om me heen klaar te staan. Als we dat allemaal een klein beetje voor de mensen om ons heen zouden doen, dragen we allemaal een beetje elkaars lasten en wordt het leven een stukje lichter, behapbaarder, liefdevoller en wellicht ook vrolijker. Maar ik heb wel de neiging om er in door te schieten. Om van het probleem van een ander mijn probleem te maken.
Inmiddels zijn we een paar maanden verder en zingt het zinnetje 'niet mijn last' regelmatig door mijn hoofd op momenten dat ik weer geconfronteerd word met de zorgen van een ander. Zorgen om anderen zijn er nog evenveel, zo niet meer. Maar ik probeer alerter te zijn op mijn eigen rol daarin. Wat mag ik doen? Wat mag ik laten? Is dit een last waarvan God mij vraagt die een klein beetje mee te dragen? Of mag ik dit bij de ander laten?
De ander moet/mag leren zijn last samen met Jezus te dragen. En ik mag een beetje aanmoedigen. Water geven als er dorst is. Voeding als er honger is. Bidden voor leiding, wijsheid en troost. Maar meer kan en mag ik niet doen. Die ander moet zijn eigen pad leren bewandelen. Op zijn manier. Die vaak zo anders is dan de mijne.