De risico's die de overgang met zich meebrengt voor mijn gezondheid is niet het enige wat me bezighoudt. Want daarnaast betekent de overgang nog iets, namelijk dat daarmee ook het hoofdstuk 'kinderen' definitief afgesloten wordt. En de emoties die daarmee gepaard gaan kan ik moeilijk duiden.
Door mijn gezondheid heb ik een contra-indicatie voor zwangerschap. Het risico dat ik een zwangerschap niet overleef is groot. Het risico dat het kindje een zwangerschap niet overleeft is groot. Het risico dat we, als het kindje wel blijft leven, een kind krijgen met een zware beperking omdat het in mijn buik veel te weinig zuurstof zou krijgen, is groot. Kortom: beter van niet.
En toch merk ik nu dat ik dat hoofdstuk nooit helemaal heb afgesloten. Ik heb altijd de zin 'tenzij God een wonder doet' toegevoegd als ik het had over de reden waarom wij geen eigen kinderen hebben. En ik kom er nu achter dat die zin voor mij heel reëel was. Dat is op zich een prachtige ontdekking. Er is bij mij nooit enige twijfel geweest dat God dat wonder zou kunnen doen.
Maar het is ook iets wat nu pijn bij mij veroorzaakt. Waarom heeft God dat wonder niet gedaan? Heb ik sommige dingen dan verkeerd begrepen? Was de wens dan toch de vader van de gedachte, en niet God? Natuurlijk ben ik me er altijd bewust van dat ik als mens faalbaar ben in het verstaan van Gods stem, maar toch...hoe zit dat dan met de dromen en woorden die ik heb gehad waaruit ik opmaakte dat God dat wonder misschien toch zou doen?
Ik weet het, God blijft een God van wonderen. En mijn lief grapt regelmatig dat hij niet voor niets is vernoemd naar Abraham. Maar toch...dit raakt me en ik weet niet goed wat ik ermee moet.
Begrijp me niet verkeerd, ik buitengewoon dankbaar voor het leven wat mijn lief en ik op dit moment hebben. Juist omdat we geen kinderen hebben, is er veel ruimte overgebleven om op een andere manier betekenisvol te zijn. Voor de mensen (en kinderen!) om ons heen. In het vrijwilligerswerk wat we doen. Door de vele contacten die we hebben. Ons leven is zo rijk. Dat had op deze manier nooit gekund als we kinderen hadden gekregen. Natuurlijk was ons leven dan op een andere manier rijk geweest, maar het leven wat we nu mogen leiden vind ik (en vinden wij) ondanks het gemis en verdriet, zo bijzonder. We hebben ons leven op een andere manier vorm mogen geven nadat we tot de conclusie kwamen dat kinderen voor ons geen optie waren. En God heeft dat rijk gezegend.
Het is ook niet zo dat we geen kinderen hebben. God heeft me op een avond vol verdriet over onze onvervulde kinderwens heel duidelijk gemaakt dat we dan wellicht geen kinderen hebben die ons DNA in zich dragen, maar dat we wel degelijk verantwoordelijkheid dragen voor de kinderen om ons heen. En dat die in zekere zin ook 'onze' kinderen zijn. Ik zie dat mijn lief en ik in het leven van zoveel kinderen, tieners en volwassenen een soort van ouderrol (hebben) mogen vervullen. Daar word ik stil van. En al hun namen draag ik in hartvorm mee in mijn ziel.
Kortom: mixed feelings. Verdriet om iets wat nu definitief lijkt te worden afgesloten, vragen richting God die ik aan het doorworstelen ben, tegelijk het vaste vertrouwen dat het 'tenzij God een wonder doet' altijd blijft staan, al word ik 90 (dat op zich zou al een enorm wonder zijn, maar ja...mijn leven hangt toch al aan elkaar van wonderen, dus waarom niet? ;-) en tenslotte ook de dankbaarheid voor ons leven zoals het nu is. Dat het nu ook 'goed' is, ook al gaat het dan gepaard met ziekte en gemis. Maar ook dan kan het leven gewoon heel goed zijn.
De rouwtherapeut in me zegt me dat ik hier iets mee moet. Dat ik misschien een manier moet vinden om ritueel afscheid te nemen van onze kinderwens. Maar alles in mij verzet zich daar nog tegen. Ik wil het niet. En ik kan het niet. En dat is oké. Ik mag dit doen op mijn eigen manier. Mijn eigen pijn en verdriet in de ogen kijken. Mijn vragen stellen aan God. Dingen niet begrijpen. En tegelijkertijd dankbaar zijn voor wat wel is.