Wanneer is het verstandig om hulp te zoeken?

Gepubliceerd op 13 december 2021 om 08:00

Rouwen is een zwaar, moeizaam en verwarrend proces, waarin je jezelf vaak helemaal opnieuw uit moet vinden. Wie ben je nu je geen ouders meer hebt? Hoe moet je je leven invullen nu je geen baan meer hebt? Hoe ga je om met het stille verdriet wanneer je buik leeg blijft, terwijl je zo verlangt naar een kindje? Vaak word je heen en weer geslingerd tussen een gevoel van wanhoop en het verlangen je schouders er onder te zetten en door te gaan met je leven. De ene dag ben je dapper bezig met het uitstippelen van een nieuw plan, de volgende dag zit je huilend tussen de brokstukken van je leven. Dat hoort er allemaal bij. Maar wanneer duurt het rouwen te lang? Waaraan kun je zien dat je vastloopt? En wanneer is het verstandig om hulp van buitenaf in te schakelen?

De cijfers

Eerst maar eens wat cijfers. Van alle mensen die rouwen komt zo'n 65% hier vrij goed doorheen. Ze passen hun leven aan aan het verlies, zonder dat dit een grote invloed lijkt te hebben op hun functioneren. 25% van de mensen kan niet meer goed functioneren na een verlies. Hun herstel duurt langer. Vaak hebben ze één à twee jaar nodig om hun leven weer op de rit te krijgen. De overige 10% loopt vast in hun rouw. Hun rouw wordt chronisch. Dit komt vaak voor bij een traumatisch verlies als het overlijden van een kind, een suïcide of een gewelddadig overlijden. Wat ik met deze cijfers vooral wil zeggen is dat de meeste mensen hun rouw aankunnen zonder hulp van buitenaf. Ze weten zelf vorm te geven aan hun verlies en pakken het leven binnen twee jaar weer zelfstandig op.

Maar wanneer is het nu wél verstandig om hulp te zoeken? 

Wanneer zoek je hulp

1.) Als jij daar behoefte aan hebt. Soms kan het heel fijn zijn om je verhaal te vertellen aan iemand die niet binnen je sociale kring valt. Iemand die onbevooroordeeld luistert, meekijkt in je leven en je wijst op mogelijke valkuilen. Een hulpverlener luistert op een heel andere manier naar jouw verhaal dan de mensen om je heen. Vaak kent je omgeving ook degene die overleed en hebben zij hun eigen verdrietige verhaal. Je wilt hen niet belasten met jouw verhaal. Of ze kennen je zó goed dat ze automatisch al delen van je verhaal voor je invullen, zonder dat je de kans krijgt dat te vertellen. Hoewel mijn eerste advies altijd zou zijn om vooral steun binnen je sociale kring te zoeken en daar je verhaal te doen kan een extra paar oren van buitenaf ook gewoon heel fijn zijn.

2.) Als je vastloopt in je rouw. Wanneer loop je vast in je rouw? Om goed te rouwen is het nodig dat je je bezig houdt met het verlies en al het verdriet wat dat met zich meebrengt. Maar ook dat je nadenkt over de vraag hoe je je leven vorm moet gaan geven zonder datgene waar je zo van houdt. Dat betekent dat je huilt om het verlies van je man, maar dat je ook bezig gaat met de vraag hoe je de hypotheek nu gaat betalen. Dat je rouwt om het feit dat je geen kinderen kunt krijgen, maar dat je ook na gaat denken over hoe je je leven zonder kinderen vorm wilt gaan geven. Dat je boos bent om het feit dat je je baan verloren hebt, maar dat je ook op zoek gaat naar een loopbaancoach die jou kan helpen bij het nadenken over de vraag hoe je nu verder gaat. Het ene moment ben je gericht op je verlies, het andere moment op de vraag hoe je nu verder gaat je leven. Zolang die twee dingen een rol spelen in je rouw, ben je op een goede manier aan het rouwen. Maar soms kan het zo zijn dat je alleen nog maar bezig bent met je verdriet en er geen ruimte is voor herstel. Of dat je alleen nog maar bezig bent om je leven weer op de rit te krijgen, zonder dat je daarbij ruimte geeft aan je verdriet. Als dat zo is moeten er alarmbellen bij je gaan rinkelen en is het vaak verstandig om hulp van buitenaf in te schakelen.

3.) Bij een traumatisch verlies. Soms kan een verlies heel traumatisch zijn. Het verlies van een kind, een suïcide of een gewelddadig overlijden noemde ik hierboven al. Dit kan een posttraumatische stressstoornis tot gevolg hebben. Je hebt dan last van herbelevingen, voelt voortdurende stress en vermijdt plekken die te maken hebben met je verlies. Wanneer dat het geval is, is het wijs om hulp te zoeken.

Het algemene advies is om op zijn vroegst zes maanden na je verlies hulp te zoeken. Tot die tijd ben je eigenlijk vooral bezig met overleven en is moeilijk vast te stellen of je ook vooruitgang boekt in je rouw.

Onze maatschappij

We leven in een maatschappij waarin alles maakbaar lijkt en waarin we worden afgerekend op onze mate van geluk. Soms lijkt het wel alsof we falen wanneer we niet gelukkig zijn. Maar niets is minder waar. Verdriet en pijn horen bij het leven. Ze zorgen ervoor dat we veerkracht ontwikkelen. Dat we sterker worden. Dat we groeien en dingen leren. En dat we makkelijker mee kunnen leven wanneer anderen verdriet hebben. 

Hoe prettig het ook lijkt: er is geen quick fix voor rouw. Je zult er dwars doorheen moeten. Je zult het verdriet moeten toelaten in je leven. Nieuwe manieren moeten vinden om je leven vorm te geven. En dat doet pijn en kost tijd. In sommige gevallen jaren. Een hulpverlener zal dit niet makkelijker voor je kunnen maken of de tijd kunnen verkorten. Hij kan wel naar je luisteren, met een frisse blik naar de situatie kijken en je wijzen op mogelijke valkuilen. Maar veel belangrijker voor jouw herstel is de steun van de mensen om je heen. Een hulpverlener is maar tijdelijk en kent jouw geschiedenis en karakter niet. De mensen om je heen lopen langere tijd met je op, kennen jou goed en willen er vaak graag voor je zijn. Ik wil je daarom ook vooral aanmoedigen om je verhaal te delen, je verdriet te uiten en toe te staan dat anderen er voor jou zijn en voor jou zorgen, totdat jij weer in staat bent om er voor anderen te zijn.

Gebruikte bron: Handboek rouw, rouwbegeleiding, rouwtherapie. Tussen presentie en interventie. Maes&Modderman (2017)

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.