Waarom ik hulp zocht

Gepubliceerd op 12 juni 2022 om 08:00

Ik liep vast. Mijn gezondheid mocht dan beter zijn dan in de periode na ons trouwen en de situatie mocht dan stabiel zijn, maar dat wilde niet zeggen dat het makkelijk was. Ik kende hele goede periodes, maar ook lange periodes waarin ik tot weinig in staat was en ik na mijn ontbijt al compleet gevloerd was. In een goede week heb ik 3 à 4 goede dagen, maar in een slechte heb ik geluk als het er één is.

Ik kreeg het gevoel dat ik het grootste deel van mijn leven doorbracht in een wachtkamer. Lange dagen vol verveling die zich aan elkaar regen. Dagen waarop ik alleen maar bezig was om de dag door te komen. Waarop ik alleen maar kon hopen en bidden dat morgen een betere dag was. Dagen waarin ik werkelijk niet wist wat ik met mezelf aan moest en hoe ik mijn tijd nu weer gevuld moest krijgen zonder dat ik daar achteraf een hoge prijs voor moest betalen. Dagen waarin ik niet wist of het ooit nog beter zou worden en zo ja, wanneer dan. Dagen waarin ik soms wanhopig huilend God smeekte om verlichting in de situatie te brengen. Ik wilde mijn dagen zo graag vullen op een zinvolle manier, in plaats van lijdzaam moeten wachten tot een betere dag. Toen daar ook nog een aantal verdrietige dingen in mijn omgeving bij kwamen, was de maat vol.

Ik heb een sterke eigen wil en een sterk verlangen naar ‘ikke zelluf doen’. Ik ben hulpverlener, begeleid regelmatig mensen die in een burn-out zitten of overspannen zijn en weet zo goed hoe het allemaal werkt en hoe de menselijke geest in elkaar steekt. Welke tips en trics er zijn om er voor te zorgen dat mensen weer beter in hun vel gaan zitten, gaan ontdekken wat écht bij hen past en beter hun grenzen aan gaan geven. Daarnaast ben ik opgegroeid in een situatie die vroeg om dapper doorgaan. Schouders eronder en gaan. Niet zeuren, maar sterk zijn. Schop onder je kont en er het beste van maken. Dat het niet lukte om dat afdoende op mezelf toe te passen voelde voor mij als falen. Alsof ik niet sterk genoeg was. Alsof ik het niet goed had gedaan.

Ik weet wat ik op zo’n moment aan een cliënt zou vragen. ‘En wat als iemand die jij niet kent jou nu jouw verhaal zou vertellen? Hoe zou je er dan naar kijken?’ Het is de vraag die me in veel situaties geholpen heeft. Ik noem het helikopteren; als het ware boven jezelf uit stijgen en van een afstandje naar de situatie kijken waar je in zit. Klopt het wat je voelt? Wat je waarneemt? Wat je denkt? Of zijn er ook andere invalshoeken mogelijk? Het helpt me in discussies, als ik het moeilijk heb of als ik me probeer in te leven in de situatie van een ander. En ik wist dat als een ander mij een verhaal zou vertellen wat lijkt op het mijne, ik behoorlijk ondersteboven zou zijn en me af zou vragen hoe die persoon het tot nu toe in vredesnaam gered had.

Het brave antwoord daarop is natuurlijk ‘God’. En dat was ook zo. Alleen zelfs dat voelde voor mij niet langer als genoeg. Hij stuurde me ontelbare knipogen op mijn wanhopige gebeden, maar ik was zo moe dat het me nog maar kortstondig hielp om weer even de moed te vinden, alvorens ik weer in het diepe, donkere dal van wanhoop stortte. En dus besloot ik hulp te zoeken.

Achteraf vraag ik me af waarom we (nou ja, ik in elk geval) toch altijd zo koppig zijn. Ik zocht hulp en het was zo fijn om aan iemand die mij en mijn omstandigheden niet kende mijn verhaal te doen. Iemand te hebben die luistert en vragen stelt waarop ik vaak geen antwoord had en waar ik echt over na moest denken. Ze vroeg door, nam geen genoegen met de geijkte antwoorden en zette me op een ander spoor. En dat was precies wat ik nodig had. Ik hoefde er nu eindelijk eens niet voor iemand anders te zijn, hoefde geen vragen terug te stellen, hoefde niet te investeren in deze relatie en hoefde niet sterk te zijn. Ik mocht gewoon helemaal mezelf zijn, met mijn gebrokenheid, mijn vragen, mijn opstandigheid en mijn verdriet.

Voor mijn lief was het soms frustrerend. Hij had me zo vaak geprobeerd te helpen en me zo vaak dingen aangereikt waar ik vervolgens niets mee kon of deed. En nu kwam ik vaak heel enthousiast terug van een gesprek en vertelde hem wat ik geleerd had en welke dingen ik wilde toepassen en dan hoorde hij dat het precies dezelfde dingen waren die hij al jaren riep.

Ik heb ervan geleerd dat God ons geen geestelijke broers en zussen heeft gegeven om het allemaal maar alleen uit te zoeken. We zijn handen en voeten van hetzelfde lichaam en mogen als voet ook gebruik maken van de hand als we die zelf niet hebben of zijn. Ik heb geleerd dat mensen, als ze mijn verhaal horen, voor hun gevoel vaak met lege handen staan en dat het voor hen juist helpend is als ik ze iets voor me laat doen. En zo snijdt het mes aan twee kanten. Ik vind het fijn dat mijn ramen gezeemd worden, mijn boodschappen gedaan worden of dat iemand even komt polsen hoe het met me is, een ander vindt het fijn dat hij zijn gaven en talenten in kan zetten en iets voor me kan betekenen. 

Daarnaast heb ik ook geleerd dat vreemde ogen dwingen. Dat een geliefde je duizend keer iets kan zeggen, maar dat het soms beter is als een vreemde hetzelfde tegen je zegt. Dat dat soms meer effect heeft dan het zoveelste gesprek over een moeilijk onderwerp met een dierbare.

Na een gesprek of 10 vond ik weer zelf de weg. Tot ik een paar jaar later weer een paar gesprekken nodig had...en een paar jaar later weer. Mijn leven is er niet makkelijker op geworden, maar het gevoel dat ik het niet allemaal ‘alleen’ hoef te dragen, maar hulp kan zoeken als het nodig is, is goud waard. Dat hoeft niet persé bij professionele hulpverleners. Vaak zijn goede gesprekken met vrienden, waarbij iemand écht luistert en een arm om me heen slaat, al voldoende. Maar het is geen zwaktebod om professionele hulp te zoeken. Het is een cadeau van God waar we dankbaar gebruik van mogen maken.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.