Hoogsensitiviteit en je hersenen

Gepubliceerd op 27 maart 2022 om 08:00

Mensen die hoogsensitief zijn zien zichzelf soms als overgevoelig, zwak, prikkelbaar of raar. Ze hebben het gevoel dat ze ingewikkeld doen. Want als anderen iets kunnen, dan zouden zij dat toch ook moeten kunnen?

Maar wist je dat het brein van een HSP'er aantoonbaar anders werkt dan het brein van mensen die niet hoogsensitief zijn?  Om jou te laten zien hoe fantastisch jouw hoogsensitieve brein werkt, leek het me goed om eens een blog te schrijven over de verschillen tussen de werking van een hoogsensitief hoofd en een hoofd van iemand die geen hoogsensitieve kenmerken heeft.

Onderzoek

Het onderzoek naar hoogsensitiviteit staat nog in de kinderschoenen. Elaine N. Aaron deed als eerste onderzoek naar hoogsensititeit en haar eerste boek hierover verscheen in 1996. Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar hoogsensitiviteit, waardoor er telkens nieuwe inzichten bijkomen. Maar in deze blog beschrijf ik de inzichten die tot nu toe bekend zijn.

Activiteit en Intensiteit

Het grote verschil tussen mensen met en zonder hoogsensitieve eigenschappen zit in de intensiteit en diepgaandheid waarmee ze dingen verwerken. Mensen die hoogsensitief zijn verwerken de dingen die zij zien, voelen, proeven, ruiken, horen en ervaren vaak op een veel diepere en intensere manier dan mensen die niet hoogsensitief zijn. Alle prikkels die binnenkomen worden minder goed gefilterd. Dat heeft veel voordelen. Zo ervaren hoogsensitieve personen meer nuances in bijvoorbeeld wat ze proeven of zien. En ze overzien vaak ook sneller het grotere plaatje. Maar het heeft ook nadelen, want je kunt ook heel moe worden van al die indrukken. En wanneer je ze niet goed leert hanteren of te weinig tijd neemt om hiervan te herstellen, kan dat grote gevolgen hebben.

Dat de hersenen hoogsensitieve mensen anders werken kun je ook terugzien in hersenonderzoek.  Onderzoekers hebben de hersenactiviteit van mensen mét en zonder hoogsensitieve kenmerken onderzocht in een fMRI-scanner. Ze deden dit door de proefpersonen taken te geven en te kijken naar welke hersengebieden oplichtten tijdens de taak én hoe fel ze oplichten. Des te feller een hersengebied oplicht, des te actiever het hersengebied is. Wat opviel was dat bij mensen met hoogsensitieve kenmerken niet alleen meer hersengebieden actief waren tijdens een taak, maar dat ze ook feller oplichtten. Het is dus heel normaal dat je sneller moe wordt van prikkels, want er zijn bij jou niet alleen meer hersengebieden aan het werk, maar ze werken ook nog eens harder. En je hebt tijd nodig om daarvan te herstellen.

Nuances

Bij een ander hersenonderzoek lieten de onderzoekers plaatjes zien aan proefpersonen die in een hersenscan lagen. Dit waren plaatjes met hele kleine verschillen. Wat opviel was dat mensen met hoogsensitieve kenmerken deze verschillen over het algemeen beter én sneller zagen dan mensen zonder hoogsensitieve kenmerken. De hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor het verwerken van ingewikkelde visuele opdrachten waren daarbij actiever dan die van mensen zonder hoogsensitieve kenmerken. Daaruit kun je concluderen dat hoogsensitieve personen meer zien en dat kleine nuances hen sneller opvallen. Mensen met hoogsensitieve kenmerken kunnen heel erg genieten van de kleine details in de natuur of in kunst. En ga je trouwen en wil je graag iemand met oog voor detail mee naar de fotoshoot? Zoek dan een hoogsensitief persoon uit voor die taak. Dikke kans dat hij of zij precies ziet dat de zoom van de jurk net even anders moet liggen of dat er een haarlok niet helemaal mooi zit.

Empathie

Ook empathie is onderzocht in de hersenscanner. Dit is gedaan door mensen foto's te laten zien waarop dierbaren en vreemden allerlei emoties toonden. Hieruit bleek dat de hersengebieden die betrokken zijn bij empathie actiever waren bij hoogsensitieve mensen dan bij mensen die niet hoogsensitief zijn. Dit effect trad niet alleen op bij foto's van dierbaren, maar ook bij onbekende mensen, al was het daar wel wat minder. Daarbij reageerden de hersenen meer op positieve emoties dan op negatieve. Wanneer je hoogsensitief bent, leef je dus ook echt meer mee met mensen. Veel hoogsensitieven zetten dit op een prachtige manier in, door er voor mensen te zijn en met hen mee te leven. Maar daarbij vergeten ze nog wel eens om af te schakelen van de emoties van de ander en stil te staan bij wat zij zelf voelen en nodig hebben.

Luisteren naar de informatie die je lichaam je geeft

Tenslotte is er nog onderzoek gedaan naar de insula. Dit is een hersengebiedje wat onder andere verantwoordelijk is voor het verwerken van lichamelijke informatie, dus wat je voelt in je lichaam. Uit hersenonderzoek blijkt dat deze bij hoogsensitieve mensen sterker ontwikkeld is. Dat betekent dat ze veel waarnemen van wat er in hun lijf gebeurd. Dat is handig, want wanneer je dit goed leert gebruiken kun je meer vertrouwen op je intuïtie én kun je beter (leren) aanvoelen waar je grenzen liggen. Maar de keerzijde daarvan is dat de meeste hoogsensitieve mensen pijn ook beter voelen.

De invloed van je genen

Er is ook onderzoek gedaan naar de vraag of hoogsensitiviteit wordt doorgegeven via de genen. Oftewel: is er een kans dat je hoogsensitiviteit doorgeeft aan je kinderen? In dit onderzoek is een gen gevonden (het 5-HTTLPR-gen, voor de geïnteresseerden onder jullie) wat kwetsbaar maakt in negatieve omstandigheden en talentvol in positieve omstandigheden. En die kwetsbaarheid en talenten lijken verdacht veel op de kwetsbaarheid en talenten van iemand met hoogsensitieve kenmerken. Maar hoe een kind met dat gen zich  ontwikkelt heeft dus heel veel te maken met de omgeving waarin het opgroeit. Wanneer een kind met dit gen zich veilig en geliefd voelt, zal het zich tot een talentvolle en prachtig sensitieve volwassene kunnen ontwikkelen. Maar onder negatieve omstandigheden draagt dit gen bij aan angst en depressie. 

Er is nog een gen gevonden waarvan vermoed wordt dat het een bijdrage levert aan hoogsensitiviteit. Dat is het ADRA2b-gen. Mensen met dit gen vertonen meer hersenactiviteit in de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor het reguleren van emoties en het evalueren van zowel fijne dingen als bedreigingen. Precies dezelfde hersengebieden die bij hoogsensitieve personen ook extra actief zijn tijdens hersenonderzoek. De onderzoekers trokken naar aanleiding van dit onderzoek de conclusie dat mensen met hoogsensitieve kenmerken de wereld écht anders, intenser en levendiger zien en ervaren dan mensen zonder die kenmerken.

Nu er genen zijn gevonden die invloed lijken te hebben op de vraag in welke mate je hoogsensitief bent, kunnen we daaruit ook concluderen dat je hoogsensitiviteit door kunt geven aan je kinderen.

Wat kun jij hier nu mee?

Leuk, al die info, maar wat kun je hier nu mee? In de praktijk zie ik dat hoogsensitieve personen erg streng kunnen zijn voor zichzelf. Ze vinden dat ze zich niet moeten aanstellen en dat ze net zoveel moeten kunnen als ieder ander. Daarnaast zie ik dat ze ook niet altijd even goed begrepen worden door hun omgeving. Maar je bent dus gewoon anders gebakken! Het heeft geen nut om tegen een bord te zeggen dat hij zich moet gedragen als een beker of andersom. Het is veel beter als het bord zijn eigen kwaliteiten en functie leert kennen en die zo goed mogelijk gebruikt.

Zo is het ook met jou! Het heeft geen nut om tegen jezelf te zeggen dat je minder gevoelig moet zijn of dat je wat meer aan zou moeten kunnen. Je bent anders gebakken en je mag leren hoe je dan precies gebakken bent. Je hebt prachtige kwaliteiten en kunt dingen die anderen weer niet kunnen. Bovendien ben je niet raar. Uit hersenonderzoek blijkt ook dat ongeveer 1 op de 5 mensen deze kenmerken heeft. Wanneer je stopt met jezelf te overschreeuwen en in plaats daarvan op zoek gaat naar waar je goed in bent én waar je minder goed in bent kun je je leven daarop inrichten, zul tot bloei komen en ga je in je kracht staan.

Daarnaast kun je deze informatie ook aan anderen laten lezen wanneer je je niet altijd even goed begrepen voelt. Op die manier kunnen ook zij gaan begrijpen dat jouw kenmerken niet alleen maar een kwestie van gedrag zijn, maar dat je ook echt anders gebakken bent en dat je dat terug kunt zien in jouw hersenen en in jouw genen. 

 

Gebruikte bronnen:

Boek: Hoogsensitiviteit professioneel gezien, sensitiviteit als verklaring onder psych(osomat)ische klachten - Annek Tol (2020)

Boek: Hoog Sensitieve Personen, Hoe blijf je overeind als de wereld je overweldigt - Elaine N. Aron (2003)

Boek: Waardevol hooggevoelig, In relatie met God, jezelf en de ander - Marit Goessens (2021)

Artikel hoogsensitief.nl: Hoogsensitieve brein in beeld - Esther Bergsma (2018)

Artikel Psychology Today: How Do Your Genes Influence Levels of Emotional Sensitivity? - Christopher Bergland (2015)

Artikel Psychologie Magazine: De 9 meestgestelde vragen over hoogsensitiviteit - Anouk Tulner (2017)

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.